Dit liedje is waarschijnlijk in 1972 geschreven, toen we op de Hagelandkaai in Gent woonden. Naast ons woonde een wat verlopen uitziend vrouwmens en een oude man. Hij werd op een avond met een ambulance weggebracht en we hebben hem nooit meer teruggezien. In mijn herinnering was de vrouw vaker zat dan nuchter. Ze zag er uit als de roste Marie uit dit liedje. Wie André precies was valt niet meer te achterhalen. In ieder geval rijmt André op café.


Wie loopt er ’s avonds nog op straat

Langs de straten van de stad

Terwijl de klok één uren slaat

Gans beregend en doornat

Wie staat er daar te wachten op de laatsten tram

Die al een uur geleden kwam

Dat is de roste Marie

Met heure rok tot boven heur knie

Een simili sakosj, nen ouderwetse mise-en-pli

Dat is de roste marie


Naast haar daat staat André,

En dien André is hare maat,

Ze gaan samen op café

Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat

André die heeft nen tremor in zijn linkerhand

En verder van nie veel verstand

Dan van de roste Marie ...


Het regent ’s avonds nog op straat

In dien uithoek van de stad

Het is één uur, ’t is veel te laat,

De wind is guur, ’t is veel te nat

De regen loopt in straalkes door de mise-en-plis

In de zatte ogen van Marie

 Ja, da’s de roste Marie ...


De stad heeft haast, ze heeft het druk

En rust dat kent ze niet

Een simpele ziel zoekt zijn geluk

En vindt alleen verdriet

Gelijk een heel klein vlotjen op de grote zee

Is er op ’t hoeksen de café

 Ja, veur de roste Marie ...



De roste Marie

Terug naar home liedjes